Een algoritme gaf voor het eerst een live-concert, in Amsterdam

Artikel: Vice NL
Door: Tim Fraanje


De AI, die bijna alle muziek kent,
houdt van muzikale moodswings en oeverloze solo’s.




          Er hangt een verwachtingsvolle stilte in de zaal van het Frascati theater. Vandaag zal een nieuw talent voor het eerst een concert geven, op vijf synthesizers tegelijk. Druïde-achtige figuren met kleurige capes en zilveren maskers staan in een kring om het wonderkind heen. Een jaar lang trainden ze het, nu zijn ze hier om het te begeleiden bij de eerste stappen op het pad naar wereldfaam. Eén van de mentoren komt naar voren, slaat een paar noten aan op het klavier van een synthesizer, en doet dan plechtig een stap naar achteren, zoals ouders dat ook wel doen als hun kind voor het eerst gaat fietsen zonder zijwieltjes. De muziek gaat door – het genie speelt.

De muzikant in het theater is niet echt een kind, maar een kunstmatige intelligentie. Dit Concert in AI: The Promethean Promise komt uit de koker van het kunstenaarscollectief Telemagic (Cyanne van Houten, Roos Groothuizen en Ymer Marinus). Zij zijn het brein achter deze kunstmatige intelligentie die nu een live-concert kan geven, met slechts minimale menselijke assistentie van Telemagic en muzikanten Joep Bollinger, Tim Schakel en Darko Tadić, die achter de maskers zitten. Het technische programmeergedeelte werd gedaan door UvA-studenten Arran Lyon (MSc Computational Science), Mrinalini Luthra (MSc Logic) en Valentin Vogelmann (ook MSc Logic).

Het is niet de eerste keer dat kunstmatige intelligentie en muziek elkaar ontmoeten. Brian Eno is al vanaf de jaren zeventig bezig om soundscapes te ontwikkelen die eindeloos voort blijven kabbelen en steeds vanzelf veranderen. Algorave, waarbij dj’s live algoritmes schrijven die dan klinken als dansmuziek, bestaat alweer zo’n tien jaar en er zijn ook algoritmes die zelf muziekjes kunnen verzinnen in een bepaalde mood (orchestrale filmmuziek, bijvoorbeeld). Die muziekjes worden vooral gebruikt voor reclames, maar ook Britse electronica-artiest Actress maakte recent een album met zo’n algoritme. Daarmee trad hij vorige maand live op, op het Haagse festival Rewire. Toch is dit concert van het algoritme van Telemagic een wereldprimeur, omdat dit algoritme zelf bepaalt wat voor muziek het gaat spelen.




Na afloop van het concert legt Valentin Vogelmann, één van de programmeurs, uit hoe dat werkt: “De kunstmatige intelligentie bestaat uit een geheugen, de ervaringen die het opdoet, en uit de processor, die er dan vervolgens wat mee gaat doen.” Dat geheugen is gevuld met een heleboel (vooral klassieke) bladmuziek, maar dan ook echt een heleboel. Op basis van die bladmuziek trekt het zelf conclusies over hoe muziek werkt. Nadat het geheugen gevoed was, kreeg het algoritme muziekles. “Het algoritme is niet creatief; we straften het als het wat fout deed,” zegt Valentin. De AI werd er in het begin een beetje faalangstig van: “Het zocht steeds de makkelijkste weg om muziek te maken die ergens naar klonk.” Toen ze die faalangst eruit getraind hadden, door daar ook weer voor te straffen, kon de AI willekeurige nummers naspelen die-ie geleerd had. “Wij als mensen moesten het steeds aangeven als de AI de creatieve ‘sweet spot’ had geraakt,” legt de programmeur uit.

Nu de koudwatervrees weg is, heeft een overmoedig ego de kop opgestoken, zo blijkt tijdens het concert. Het algoritme verliest zich in oeverloze solo’s zoals die je die in de jaren zeventig nog wel eens hoorde in de progrock van Keith Emerson en Deep Purple. Waar het voor de rockster inmiddels al decennialang een no go is om je zo schaamteloos te laten gaan, is het publiek voor een algoritme coulant. En terecht, want eigenlijk zijn die solo’s wel leuk. Ook de begeleiders laten het algoritme lekker uitrazen, ze richten zich vooral op het draaien aan knopjes om het timbre te veranderen, en grijpen slechts sporadisch in als de machine te veel, of te vreemde noten uitbraakt. “We hadden haar in de studio wel eens gewoon een tijdje aan staan en dan blijft ze maar babbelen,” zegt Cyanne er achteraf over.

Ondanks dat de solo’s wat lang zijn, ontstaan er behoorlijk samenhangende muziekstukken. Hoe meer synthesizers tegelijk klinken, hoe magischer het aanvoelt. De muziek kent heftige moodswings: van hartverscheurend mineur naar zalvende majeur-slotakkoorden, van tonale, Bach-achtige riedeltjes naar dissonante chaos. Het is spannend genoeg om meer te zijn dan alleen maar een gimmick. Vooral als er af en toe een trage beat onder gezet wordt en als de bassen diep zijn ontstaat er dansmuziek zoals ik hem nog nooit gehoord heb. Ymer legt tijdens het nagesprek uit dat veel van de muziek zo catchy is omdat het algoritme hele ‘potente’ patronen in de muziek uitvergroot: ondanks dat het inmiddels een bepaalde verfijndheid heeft aangeleerd, gaat het algoritme nog altijd het liefst voor makkelijk scoren.

Ook de lichten en de lasers worden deels door het algoritme bestuurd, en op de vloer in het midden van de synthesizerkring wordt opeens iets geprojecteerd dat lijkt op een petrischaaltje met spermacelletjes. Een hoge en een lage synthesizer spelen ondertussen een duet dat tot een climax komt. Het is heel verleidelijk om het algoritme als een persoon te zien, om een logica te zoeken in de muziek die het maakt, om erachter te willen komen welke gevoelens het wil uiten. Soms wil ik klappen of juichen, maar dat voelt gek, al klapte ik ook ooit voor de zeeleeuwen in het dolfinarium. De zaal en ik zijn in ieder geval blij als de laser na een uurtje een (van te voren ingeprogrammeerd) icoontje van klappende handen projecteert. Nu kunnen we eindelijk ons enthousiasme uiten en de machine krijgt een enorm applaus. De belofte is ruimschoots waargemaakt.

De titel van het project, The Promethean Promise, is een verwijzing naar de Griekse mythe. De titaan Prometheus schiep mensen uit klei voor de goden, maar ging zoveel van ze houden dat hij ze ook het vuur gaf, waardoor ze hun goden konden verwerpen. Na het concert vertelt Roos over het concept ‘Promethean shame’, het moment waarop je creatie iets beter kan dan jijzelf. “Dat is een inferieur moment, en het is dus niet zo gek dat het er in de discussie over technologie vaak over gaat dat de robots de wereld gaan overnemen,” zegt ze. Telemagic wil met dit project laten zien dat je ook vreedzaam met kunstmatige intelligentie kunt samenleven, dat het mensen kan helpen om tot nieuwe dingen te komen, zolang ze maar bereid zijn hun ego opzij te zetten. Ook Joep Bollinger, één van de andere muzikanten, spreekt in new age-termen over het apparaat: “De noten worden bedacht, als muzikant ben je alleen maar een doorgeefluik. Je moet de muziek baren. Wij drukken alleen op start.”

Dat klinkt bijna boeddhistisch. Cyanne zegt dat ze inderdaad een spiritueel tintje aan de kille technologie willen geven, maar programmeur Valentin lijkt dat een beetje raar te vinden. “Mensen hebben altijd de neiging om er van alles achter te zoeken: ze noemen de AI dan bijvoorbeeld ‘hij’ of ‘zij.’” Even relativeert de programmeur van het apparaat de hele ontdekking kapot: “Maar het zijn gewoon tienduizend regels code.” Niet dat daar iets mis mee is, volgens hem. “Er zijn ook mensen bevriend met een steen.”

TELEMAGIC.ONLINE