Meeklappen met het algoritme



Hoe ziet het concert van de toekomst eruit? Hoe klinkt de muziek die een algoritme maakt? En waar kijk je eigenlijk naar op een optreden zonder muzikanten en instrumenten? ‘Concert in A.I.: the Promethean promise’ trachtte eerste antwoorden te geven.


Een persoon in een strak aansluitend neonroze pak, onherkenbaar gemaakt met een zilveren masker, drukte een knop van de synthesizer in en zette daarna plechtstatig een stap achteruit. Vanaf dan was het aan de machine. Of toch aan het zelflerend algoritme AlgoRhythmics, de muzikale artificiële intelligentie die het Nederlandse kunstencollectief Telemagic in samenwerking met Arran Lyon, Valentin Vogelmann en Mrinalini Luthra, studenten van de opleidingen computerwetenschappen en logica aan de Universiteit van Amsterdam ontwikkelden.
Voor ‘Concert in A.I.: the Promethean promise’ telde de Art Yard, de kunstensite tegenover het hoofdpodium, zaterdag en zondag nog vijf andere synthesizers. Omgeven door rechtopstaande, en op de tonen van de elektronische muziek lichtgevende cirkels, stonden de synthesizers volgens weer andere concentrische cirkels opgesteld.  Vier neonkleurige marsmannetjes verplaatsten zich beheerst en schijnbaar bovenmenselijk van de ene synthesizer naar de andere. Af en toe draaiden ze aan een knopje, de rest van het concert lieten ze het algoritme zijn gang gaan en muziek ontwikkelen.

Plankenkoorts


Althans, zo leek het toch. In werkelijkheid speelde de AlgoRhythmics vooraf opgenomen composities op de synthesizers. ‘We zijn technisch nog niet ver genoeg om het concert live vlot te laten lopen en ook goed te laten klinken’, zegt Roos Groothuizen van Telemagic. Op het eerste optreden in april in het Amsterdamse theater Frascati, liet de AlgoRhythmics het na een perfecte generale repetitie in de live nummers toch nog afweten. Plankenkoorts, zegt Groothuizen lachend. ‘Er kwam bijna niks meer uit.’ Dat risico wilde Telemagic op Pukkelpop  niet nemen.
‘Concert in A.I.: the Promethean promise’ verliep in de Art Yard dan ook vlekkeloos, in hoeverre we weten hoe een concert door een algoritme moet verlopen. Van duistere, ingetogen ambient ging het over techno naar dance. Bij die dance banger sloeg het publiek, dat zich rond de cirkels had opgesteld, zelfs overtuigd de handen tegen elkaar: meeklappen met het algoritme, dat doe je niet elke dag. Het ‘Concert in A.I.’ had dan ook iets hypnotiserends, en dat was precies de bedoeling van Telemagic.

Mysterie


Het kunstenaarscollectief bestaat uit Roos Groothuizen, Cyanne van den Houten en Ymer Marinus en werkt rond onzichtbare technologie. ‘Daar zien we een magisch narratief in: dingen die mensen niet begrijpen, verklaren ze met verhalen en rituelen’, legt Groothuizen uit. ‘Net zoals je je telefoon in de lucht houdt om wifi te vangen, wanneer je geen verbinding kan maken.’ Telemagic wil dat mysterie niet doorprikken, maar net vergroten. Groothuizen: ‘We proberen het spirituele en het magische in die onzichtbare technologie terug te vinden en te omarmen’.
Met de AlgoRhythmics onderzoekt Telemagic wat artificiële intelligentie op kunstzinnig vlak kan bereiken. Zou het nieuwe muziekgenres kunnen vinden? Zou het patronen kunnen herkennen die niet door mensen herkend kunnen worden? Telemagic is geboeid door de oneindige mogelijkheden die artificiële intelligentie de mens biedt, en vergelijkt de zelflerende algoritmes dan ook graag met het vuur dat de titaan Prometheus volgens de Griekse mythologie aan de mensen gaf.
‘Er bestaan natuurlijk al muzikale artificiële intelligenties, zoals de Beatles-A.I. en een A.I. die muziek van Bach kan namaken, maar die gaan eerder over het nabootsen van kunst’, zegt Groothuizen. ‘Met ons onderzoek willen we A.I. als kunsttool inzetten, om echt nieuwe muziek te gaan maken.’ Dat deed Telemagic door hun AlgoRhythmics eerst heel wat muzikale data te voeren, om het daarna duidelijk te maken wat ze wel en niet als muziek beschouwden. ‘Een beetje zoals muziekles.’ Uiteindelijk was de AlgoRhythmics in staat om onophoudelijk composities te creëren, die Telemagic tot nummers knipte.
En na de muziek van de toekomst, volgt het concert van de toekomst. ‘Als je naar een concert gaat, kijk je altijd naar iemand’, zegt Groothuizen. ‘Omdat de A.I. geen lichaam heeft, moesten we op zoek gaan naar een manier om inzichtelijk te maken wat het speelt.’ Daar komt de circulaire opstelling van de synthesizers en hun lichtgevende cirkels in beeld, wat meteen verwijst naar de ontdekking van het zonnestelsel en de ruimte. En de marsmannetjes natuurlijk. Groothuizen: 'Er is nog zoveel te ontdekken: dit is nog maar het prille begin.'

Text by: Bo Bouilliaert, De Standaard
Images by: Studio Brussel
TELEMAGIC.ONLINE